Openbaring van de Heer – 3 januari

1ste Lezing: Uit de profeet Jesaja 60, 1-6: Het licht van Jeruzalem

Mensen van Israël, richt je weer op.

Overal op aarde heerst duisternis,maar richt je weer open het licht van de Heer schijnt over jullie als een stralende zon.

Volkeren en heersers komen naar je toe, want ze willen delen in dat stralende licht.

Als wij in vrede samenleven, keren al onze volksgenoten uit verre landen terug.

Je zonen en dochters komen naar je toe.

Je ogen zullen stralen en je hart zal bonzen van blijdschap.

Vreemde volkeren zullen de Heer prijzen.

Ze zullen zijn invloed zien op een gemeenschap die leeft in vrede.

Ze brengen al hun rijkdommen mee om jullie te eren: kamelen en dromedarissen, wierook en goud.

Ze zullen voortvertellen hoe groot de kracht is van de Heer.

 

Evangelie: Mt.2, 1-12:  Het bezoek van de wijzen.

Jezus werd geboren in Betlehem, een stad in Judea. Herodes was op dat moment koning. Niet lang na de geboorte van Jezus kwamen er wijze mannen in Jeruzalem aan. Ze kwamen uit het oosten, uit een ver land. Ze vroegen aan de mensen in Jeruzalem: ‘Waar is de koning van de Joden die kortgeleden geboren is? We hebben zijn ster gezien. Die kwam aan de hemel omhoog. En nu zijn we gekomen om de nieuwe koning te eren.’

Toen koning Herodes dat hoorde, schrok hij vreselijk. Ook de andere mensen in Jeruzalem schrokken. Herodes liet alle priesters en wetsleraren bij elkaar komen. Hij vroeg aan hen: ‘Waar zal de messias geboren worden?’ Ze zeiden: ‘In Betlehem in Judea, want dat wordt al verteld in de heilige boeken. Daar staat: «Luister, Betlehem in Judea, jij hoort bij de belangrijkste steden van het land. Want uit Betlehem komt de leider van Israël. Hij zal zorgen voor het volk van God, zoals een herder voor zijn schapen zorgt.»’

Toen liet Herodes de wijze mannen in het geheim bij zich komen. Hij wilde precies weten wanneer ze de ster voor het eerst gezien hadden. Daarna zei hij: ‘Ga naar Betlehem en zoek uit waar het kind precies is. Als jullie hem gevonden hebben, moet je dat aan mij komen vertellen. Dan kan ik ook naar hem toe gaan om hem te eren.’

Na het gesprek met Herodes gingen de wijze mannen op weg. En opeens was daar de ster weer die ze al eerder gezien hadden. Toen ze de ster weer zagen, waren ze erg blij. De ster wees hun de weg. Hij bleef staan boven het huis waar het kind was. De wijze mannen gingen naar binnen. Daar zagen ze het kind bij zijn moeder Maria. Ze knielden voor hem en eerden hem. Ze gaven hem de dure geschenken die ze meegebracht hadden: goud, wierook en mirre. ’s Nachts kregen de wijze mannen een droom. In de droom zei God tegen hen: ‘Jullie moeten niet teruggaan naar Herodes.’ En dus gingen ze langs een andere weg terug naar hun land.